Uitspraak
7 december 2015 en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in een rapport van
11 december 2015.
OVERWEGINGEN
3.2. Het Uwv heeft met het besluit van 4 januari 2016 (bestreden besluit 2) opnieuw beslist over het recht op WIA-uitkering voor appellante. Daarbij is bepaald dat met ingang van
7 mei 2012 recht op een loongerelateerde WGA-uitkering voor appellante is ontstaan, waarbij de mate van haar arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 35,58%.
€ 2.232,-.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 30 mei 2012 gegrond en vernietigt dat besluit;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 4 januari 2016 gegrond en vernietigt dat besluit;
- bepaalt dat appellante met ingang van 7 mei 2012 in aanmerking komt voor een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet WIA op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid van 100% en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 4 januari 2016;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 2.232,-;
- bepaalt dat het Uwv het door appellante betaalde griffierecht van in totaal € 160,- vergoedt.