Uitspraak
7 oktober 2014, 14/105 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
,met psychische klachten uitgevallen voor
12 augustus 2013 in aanmerking dient te worden gebracht voor een IVA-uitkering.
16 december 2014 ingezonden, waarbij de WGA/Wajong uitkering van betrokkene met ingang van 17 februari 2015 wordt beëindigd. Tevens heeft het Uwv de bij dit besluit behorende medische en arbeidskundige rapporten ingezonden.
WGA-uitkering op appellante wordt verhaald omdat deze eigenrisicodrager is. Hangende het hoger beroep heeft het Uwv in zijn e-mail van 14 januari 2016 aan de gemachtigde van appellante te kennen gegeven dat er geen verhaal van de WGA-uitkering van betrokkene bij appellante heeft plaatsgevonden, omdat artikel 82, vierde lid van de Wet WIA van toepassing is. Appellante heeft dus bereikt wat zij wilde bereiken, namelijk dat de uitkering niet op haar wordt verhaald. Hieruit volgt dat appellante geen procesbelang meer heeft bij een oordeel over haar hoger beroep, zodat dit niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 2.728,-;
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 811,- vergoedt.
H. van Leeuwen als leden, in tegenwoordigheid van G.J. van Gendt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 2 september 2016.