ECLI:NL:CRVB:2016:3261
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de functieclassificatie en matching binnen het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, vertegenwoordigd door mr. W.J. Dammingh, heeft hoger beroep ingesteld tegen het besluit van de korpschef van politie, dat betrekking had op de functieclassificatie en matching binnen het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP). De appellant betoogde dat de matching niet overeenkomstig de Regeling is geschied en dat hij ten onrechte niet is gematcht in de LFNP-functie van [functie C]. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat de matching onjuist was en dat de korpschef de juiste procedure heeft gevolgd. De Raad verwees naar eerdere uitspraken van 24 december 2015 en 3 maart 2016 ter ondersteuning van zijn oordeel. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat de argumenten van de appellant niet voldoende waren om de beslissing van de korpschef te weerleggen. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de Regeling en de rol van de korpschef in het proces van functieclassificatie.