Uitspraak
28 april 2015, 14/5465 (aangevallen uitspraak)
mr. I. Car verschenen, kantoorgenoot van mr. Moghni. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. W.M.J. Evers.
OVERWEGINGEN
24 oktober 2013 een aanvraag gedaan om een uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Naar aanleiding van die aanvraag heeft een verzekeringsarts van het Uwv appellante op 1 november 2013 op het spreekuur gezien, waar hij een anamnese heeft afgenomen en psychisch en lichamelijk onderzoek heeft verricht. In een rapport van 1 november 2013 heeft deze arts verslag gedaan van zijn bevindingen. Deze komen erop neer dat bij appellante uitsluitend enige nekbeperkingen zijn gevonden, dat daarnaast aannemelijk is dat er enige beperkingen zijn voor zwaardere hand- en polsbelasting, dat een psychische stoornis niet is vastgesteld en dat fysieke piekbelastingen in werk vermeden moeten worden. De belastbaarheid van appellante is neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige functies geselecteerd op grond waarvan de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante is berekend naar 13,83%. Bij besluit van 12 december 2013 heeft het Uwv op basis van de rapporten van de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige vastgesteld dat voor appellante per 13 februari 2014 geen recht op een WIA-uitkering is ontstaan, omdat zij toen minder dan 35% arbeidsongeschikt was.
IVA-uitkering. De rechtbank was voorts niet gebleken dat de belasting van de aan appellante voorgehouden functies haar mogelijkheden overschreed.