Uitspraak
OVERWEGINGEN
(bestreden besluit) het bezwaar van appellant tegen het besluit van 16 april 2013 ongegrond verklaard.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank het beroep van appellant tegen een besluit van het Uwv ongegrond heeft verklaard. Appellant, die sinds 2004 uitgevallen is door lichamelijke en psychische problemen, ontving een WGA-uitkering die na herbeoordeling in 2007 werd voortgezet. In 2012 werd appellant onderzocht door psychiater J.H.M. van Laarhoven, die concludeerde dat er geen psychiatrisch toestandsbeeld aanwezig was. De verzekeringsarts heeft op basis van dit rapport beperkingen vastgesteld, maar appellant betwist deze bevindingen en stelt dat er ten onrechte geen beperkingen zijn opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) ten aanzien van zijn persoonlijk en sociaal functioneren. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank voldoende heeft gemotiveerd dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de bevindingen van de verzekeringsartsen niet onjuist zijn. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de aan de schatting ten grondslag gelegde functies medisch geschikt zijn voor appellant. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.