ECLI:NL:CRVB:2016:2998
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om verlenging van de indicatie voor persoonlijke verzorging en begeleiding in groepsverband
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag door appellante voor verlenging van de indicatie voor persoonlijke verzorging en een indicatie voor begeleiding in groepsverband, die was ingediend bij het CIZ. De appellante, bijgestaan door haar advocaat mr. P. Chr. Snijders, betwistte de afwijzing van het CIZ, dat stelde dat de zorg die appellante nodig heeft, onder de Zorgverzekeringswet valt en niet onder de AWBZ. De Raad heeft een deskundige benoemd, H. Zeeman-Teeuwissen, die na onderzoek concludeerde dat appellante baat zou hebben bij behandeling onder de Zvw. De Raad oordeelde dat de deskundige zorgvuldig had gewerkt en dat er geen aanleiding was om het oordeel van de deskundige niet te volgen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep van appellante ongegrond was verklaard. De Raad oordeelde dat de door appellante aangevoerde argumenten niet voldoende waren om tot een ander oordeel te komen. De uitspraak benadrukt het belang van deskundigenrapporten in het bestuursrecht en de rol van de Raad in het volgen van onafhankelijke adviezen.