ECLI:NL:CRVB:2016:2914
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag dakloze wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een bijstandsaanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De appellant, een dakloze, had op 22 mei 2014 een aanvraag voor bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand ingediend, waarbij hij aangaf bij vrienden en familie te logeren. Na het indienen van de aanvraag op 26 juni 2014, heeft de afdeling Controle van de Dienst Werk en Inkomen van de gemeente Amsterdam een onderzoek ingesteld naar zijn feitelijke woon- en verblijfsituatie. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant niet op de door hem opgegeven adressen was aangetroffen, wat resulteerde in de afwijzing van zijn aanvraag op 15 juli 2014.
De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond. In hoger beroep heeft appellant betoogd dat het college ten onrechte zijn aanvraag heeft afgewezen, omdat hij niet de juiste informatie over zijn verblijfplaats had verstrekt. De Raad overweegt dat het aan de aanvrager is om de nodige duidelijkheid te verschaffen over zijn woon- en verblijfplaats. De Raad concludeert dat appellant onjuiste en onvolledige informatie heeft verstrekt, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af.