ECLI:NL:CRVB:2016:2849
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor premie aanvullende ziektekostenverzekering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft de afwijzing van bijzondere bijstand voor de premie van een aanvullende ziektekostenverzekering door het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas. Appellanten, die in hoger beroep zijn gegaan, hebben eerder een besluit ontvangen waarin hen bijzondere bijstand werd toegekend voor een deel van de kosten van hun aanvullende verzekering voor het jaar 2013. Dit besluit werd echter door de rechtbank ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
De Raad heeft vastgesteld dat volgens artikel 35, eerste lid, van de Wet werk en bijstand (WWB) alleen recht op bijzondere bijstand bestaat als men niet over de middelen beschikt om noodzakelijke kosten van het bestaan te dekken. De Raad heeft in eerdere uitspraken, waaronder een uitspraak van 8 maart 2011, vastgesteld dat de premiekosten voor een aanvullende ziektekostenverzekering niet als noodzakelijke kosten van het bestaan worden beschouwd. De enkele verwachting van appellanten dat zij kosten hebben die niet door de basisverzekering worden gedekt, is niet voldoende om aan te tonen dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die de meerkosten van de aanvullende verzekering rechtvaardigen.
Uiteindelijk heeft de Raad geoordeeld dat het hoger beroep niet slaagt en de eerdere uitspraak van de rechtbank zal worden bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gedaan, ondertekend door de voorzitter en de griffier.