ECLI:NL:CRVB:2016:2830
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake griffierecht en proceskostenvergoeding in sociale zekerheidszaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, waarbij appellanten, die in een sociale zekerheidszaak betrokken zijn, in geschil zijn over de vergoeding van griffierecht en proceskosten. De Centrale Raad van Beroep heeft op 26 juli 2016 uitspraak gedaan. De rechtbank had eerder het beroep van appellanten tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas ongegrond verklaard. Dit besluit betrof de vergoeding van proceskosten die appellanten hadden gemaakt in een eerdere procedure. Het college had in een besluit van 3 december 2012 aangegeven dat het een bedrag van € 24,91 aan wettelijke rente zou vergoeden, maar had geen aanleiding gezien om ook de kosten van bezwaar te vergoeden. Appellanten stelden dat er sprake was van samenhangende besluiten, waardoor slechts één keer griffierecht verschuldigd zou zijn. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat appellanten in deze procedures afzonderlijk griffierecht zijn verschuldigd, omdat zij afzonderlijke beroepschriften hadden ingediend. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de kosten die appellanten in verband met de behandeling van het bezwaar hadden gemaakt, niet voor vergoeding in aanmerking kwamen, aangezien het college het eerdere besluit niet had herroepen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.