Uitspraak
OVERWEGINGEN
özkan behoudens een iets zwaarder ingeschatte beperking op het aspect staan zich in grote lijnen kunnen verenigen met de door de bedrijfsarts en verzekeringsarts gegeven beperkingen, maar hij kan zich niet vinden in de conclusie van de bedrijfsarts dat appellant binnen vier maanden volledig hersteld zal zijn. Daarbij heeft deze arts gewezen op het verwarrende en inconsistente in de opbouw van de werkzaamheden, waaruit zou moeten worden afgeleid dat appellant al weer in week 1 van 2013 geschikt zou zijn voor zijn werk, dat wil zeggen slechts zeven weken na de beoordeling door de bedrijfsarts en niet na vier maanden. Verder heeft deze arts opgemerkt dat er geen arbeidskundig onderzoek was verricht om vast te stellen of appellant weer geschikt zou zijn voor zijn eigen werk en dat ook beter onderzocht had moeten worden of de aan appellant door werkgeefster aangeboden werkzaamheden wel voldoende passend waren.
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 10 oktober 2013;
- herroept het besluit van 11 maart 2013, voor zover daarin is bepaald dat werkgeefster voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 10 oktober 2013;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 4.972,-;
- bepaalt dat het Uwv het door appellant betaalde griffierecht in beroep en in hoger beroep van totaal € 166,- vergoedt;
- bepaalt dat het onderzoek wordt heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over de door appellant gevraagde schadevergoeding.