ECLI:NL:CRVB:2016:2780
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- J.P.M. Zeijen
- G.J. van Gendt
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak in het kader van de WAO
In deze zaak heeft verzoeker op 19 januari 2015 verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 10 maart 2009, met zaaknummer 06/6055 WAO. Het verzoek om herziening is behandeld op de zitting van 10 juni 2016, waarbij verzoeker zelf aanwezig was en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) vertegenwoordigd werd door A. Anandbahadoer. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat op grond van artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een onherroepelijke uitspraak herzien kan worden op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, maar die bij de indiener van het verzoek niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn. De Raad heeft ook benadrukt dat een verzoek om herziening niet onredelijk lang mag worden uitgesteld. In dit geval is het verzoek om herziening meer dan een jaar na de openbaarmaking van de eerdere uitspraak ingediend, en de aangevoerde argumenten van verzoeker zijn niet geclassificeerd als nieuwe feiten of omstandigheden. Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat het verzoek om herziening niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen als voorzitter en G.J. van Gendt als griffier, en is openbaar uitgesproken op 22 juli 2016.