ECLI:NL:CRVB:2016:2709

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 juli 2016
Publicatiedatum
19 juli 2016
Zaaknummer
15/5439 AW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake functieovergang binnen de politie

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 juli 2016 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 1 juni 2015. Verzoeker, een ambtenaar bij de politie, had verzocht om herziening van de uitspraak die zijn bezwaar tegen een besluit van de korpschef van politie ongegrond had verklaard. De korpschef had op 16 december 2013 een besluit genomen tot toekenning van een functie uit het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) aan verzoeker. Verzoeker stelde dat hij ten onrechte was overgegaan naar de LFNP-functie Senior Intelligence in salarisschaal 8, terwijl hij recht had op de functie van Operationeel Expert Intelligence in salarisschaal 9. Hij voerde aan dat de korpschef onjuist had verklaard en belangrijke stukken had achtergehouden.

De Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat de stukken die hij ter onderbouwing van zijn verzoek om herziening heeft overgelegd, voldoen aan de voorwaarden van artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad concludeerde dat de korpschef terecht had gesteld dat de functie van informatiecoördinator TGO, die verzoeker claimde, niet formeel was vastgesteld en dat verzoeker niet was aangesteld in de door hem gepretendeerde functie. De Raad heeft het verzoek om herziening afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die tot herziening konden leiden. De uitspraak benadrukt het belang van formele aanstellingen en functiebeschrijvingen binnen de politieorganisatie.

Uitspraak

15/5439 AW
Datum uitspraak: 14 juli 2016
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 1 juni 2015, 14/6241 AW e.v.
Partijen:
[verzoeker] te [woonplaats] (verzoeker)
de korpschef van politie (korpschef)
PROCESVERLOOP
Verzoeker heeft gevraagd om herziening van de bovenvermelde uitspraak van de Raad.
De korpschef heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben hun standpunten nader uiteengezet en nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 juni 2016. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door mr. W.J. Dammingh, advocaat. De korpschef heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. F.W.J. van der Steen, advocaat, mr. F.A.M. Bot en
R.M.M. Paulssen.

OVERWEGINGEN

1.1.
Op 16 december 2013 heeft de korpschef ten aanzien van verzoeker een besluit tot toekenning van en overgang naar een functie uit het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) genomen. Bij besluit van 2 mei 2014 is het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
1.2.
De rechtbank Gelderland heeft bij uitspraak van 14 oktober 2014, 14/3659 e.a., het beroep van verzoeker tegen het besluit van 2 mei 2014 ongegrond verklaard.
1.3.
Bij de uitspraak van 1 juni 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1550, waarvan thans herziening wordt gevraagd, heeft de Raad de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 14 oktober 2014 bevestigd. De Raad heeft daartoe onder meer het volgende overwogen:
“9.1. Bij besluit van 24 oktober 2011 is de functie van groepschef aangemerkt als uitgangspositie van [verzoeker] voor de omzetting naar het LFNP.
9.2.
Bij besluit van 11 april 2012 heeft de rechtsvoorganger van de korpschef [verzoeker] op diens verzoek op grond van artikel 65 van het Besluit algemene rechtspositie politie met ingang van 1 december 2011 ontheven uit de functie van groepschef en hem per gelijke datum aangewezen in de functie van informatiecoördinator TGO, zonder vermelding van salarisschaal. Daarbij is vermeld dat de functie van informatiecoördinator TGO tevens de (actuele) uitgangspositie is van [verzoeker] voor de omzetting naar het LFNP.
9.3.
In het besluit van 16 december 2013 heeft de korpschef, voor zover hier van belang, bepaald dat [verzoeker] met ingang van 1 januari 2012 is overgegaan naar de LFNP-functie Senior Intelligence, salarisschaal 8.
9.4.1.
[verzoeker] heeft gesteld dat hij in 2011 vanuit de functie van groepschef, salarisschaal 9, heeft gesolliciteerd naar de functie van informatiecoördinator TGO, salarisschaal 9; hij is in de laatstgenoemde functie aangenomen. Uit het besluit van
11 april 2012, waarin de gewijzigde aanstelling is vastgelegd, blijkt volgens [verzoeker] op geen enkele manier dat hem - zoals de korpschef heeft gesteld - een persoonlijke schaal 9 is toegekend. [verzoeker] heeft er in dit verband op gewezen dat de divisiechef Informatie en Intelligence, M, hem in een e-mailbericht van 9 april 2012 heeft bevestigd dat hij is aangesteld als informatiecoördinator TGO, salarisschaal 9. Gelet hierop valt niet in te zien dat de korpschef in het kader van de overgang naar een LFNP-functie is uitgegaan van een in salarisschaal 8 gewaardeerde functie. [verzoeker] meent dat hij in plaats van de functie van Senior Intelligence, salarisschaal 8, had moeten overgaan naar de functie van Operationeel Expert Intelligence, salarisschaal 9. Ter onderbouwing van zijn stellingen heeft [verzoeker] onder meer gewezen op ten aanzien van twee van zijn collega’s genomen besluiten tot overgang naar een functie uit het LFNP. Beide collega’s zijn vanuit de functie van informatiecoördinator TGO, salarisschaal 9, overgegaan naar de LFNP-functie van Operationeel Expert Intelligence, salarisschaal 9. Al met al meent [verzoeker] dat de korpschef een onjuiste uitgangspositie heeft gehanteerd.
9.4.2.
De korpschef heeft zich daartegenover op het standpunt gesteld dat aan [verzoeker] op diens verzoek de functie van informatiecoördinator (sec) is toegekend. De bij deze functie behorende functiebeschrijving is die van informatiecoördinator, met code 06-08250. Deze functie is gewaardeerd in salarisschaal 8. Aan de in het besluit van 11 april 2012 opgenomen toevoeging ‘TGO’ komt volgens de korpschef niet de betekenis toe die [verzoeker] daaraan gehecht wil zien. Het gaat hier om een aanduiding van het terrein waarop [verzoeker] wordt ingezet, niet om een aanduiding van een formele functie. De korpschef heeft hieraan nog toegevoegd dat een aparte functie informatiecoördinator TGO, salarisschaal 9, niet voorkwam in de formatie van de voormalige politieregio
Noord- en Oost-Gelderland, waarin [verzoeker] werkzaam was, en dat hij daarom is aangesteld in de organieke functie van informatiecoördinator (schaal 8). Vanuit zijn vorige functie van groepschef is hem een persoonlijke schaal 9 toegekend. Een persoonlijke (hogere) schaal speelt echter geen rol bij het bepalen van de meest vergelijkbare LFNP-functie. Terecht is, in overeenstemming met de transponeringstabel, de functie van Senior Intelligence, salarisschaal 8, als de meest vergelijkbare LFNP-functie bepaald, aldus de korpschef.
9.5.
De korpschef heeft met de door hem bij brief van 29 augustus 2014 ingebrachte gedingstukken aannemelijk gemaakt dat de functie van informatiecoördinator TGO, salarisschaal 9, niet voorkwam in de formatie van de voormalige politieregio
Noord- en Oost-Gelderland, waarin [verzoeker] werkzaam was. De Raad kan niet op basis van enkel de (subjectieve) indruk van [verzoeker] tot een andersluidend oordeel komen. Het betoog van [verzoeker] dat hij had moeten overgaan naar de functie van Operationeel Expert Intelligence, salarisschaal 9, slaagt dan ook niet. [verzoeker] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de matching in zijn geval niet overeenkomstig de Regeling is geschied of anderszins een onhoudbaar resultaat kent.”
2. Verzoeker heeft aan zijn verzoek om herziening, samengevat, ten grondslag gelegd dat de korpschef niet naar waarheid heeft verklaard, aan de Raad een onvolledige en verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven en op de zaak betrekking hebbende, voor de beoordeling van wezenlijk belang zijnde, stukken heeft achtergehouden. Aan verzoeker is niet de functie toegekend van informatiecoördinator, met code 06-08250, maar de functie van informatiecoördinator TGO, met code 06-11254. Laatstgenoemde functie blijkt wel degelijk te zijn ingevoerd in het bronsysteem voor politiegegevens, het zogenoemde Beaufort NP. Een en ander is telefonisch bevestigd door een kenner en gebruiker van het systeem,
G, kwartiermaker HRA-administratie, en blijkt bovendien uit door verzoeker overgelegde uitdraaien uit genoemd systeem.
3. De korpschef heeft zich, samengevat, op het standpunt gesteld dat hetgeen verzoeker naar voren heeft gebracht geen nieuwe feiten en/of omstandigheden zijn die tot herziening kunnen leiden.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Ingevolge artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de Raad op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten en omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
4.2.
Het bijzondere rechtsmiddel van herziening is niet gegeven om - eventueel op basis van andere argumenten - een hernieuwde discussie over de zaak te voeren, noch om een discussie over de betrokken uitspraak te openen, maar strekt er in beginsel toe om een rechterlijke uitspraak die berust op een naderhand onjuist gebleken feitelijk uitgangspunt te redresseren. Slechts aangelegenheden van feitelijke aard kunnen tot herziening leiden (uitspraak van
26 juni 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:2180).
4.3.1.
In hetgeen door verzoeker bij het verzoek om herziening is aangevoerd heeft de Raad geen feiten of omstandigheden aangetroffen die voldoen aan de drie in artikel 8:119,
eerste lid, van de Awb omschreven cumulatieve voorwaarden.
4.3.2.
Er valt - zo al is voldaan aan de vereisten van artikel 8:119, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Awb - in het bijzonder niet in te zien dat de door verzoeker bedoelde feiten en omstandigheden voldoen aan het vereiste van artikel 8:119, eerste lid, aanhef en onder c, van de Awb.
4.3.3.
De korpschef heeft zich in reactie op de stellingen van verzoeker gemotiveerd op het standpunt gesteld dat, wat ook zij van de vermelding in het administratieve systeem
Beaufort NP, de functie van informatiecoördinator TGO niet was geformaliseerd en daardoor niet in de formatie was opgenomen; van de functie bestaat ook geen functiebeschrijving. De korpschef heeft hieraan toegevoegd dat bij het administratief invoeren van de benaming ‘informatiecoördinator TGO’ in Beaufort NP de salarisschaal 8 was verbonden aan deze functie. Het ontbreken van een formele status van de functienaam en het ontbreken van een formele aanstelling in de functie betekenen dat de voormalige politieregio Noord- en Oost-Gelderland de ten tijde van belang bedoelde, formeel niet bestaande, functie niet met de korpsspecifieke basisdocumenten heeft aangeboden, dan wel heeft kunnen aanbieden aan de (landelijke) werkgroep matching. De conclusie is dat de functie van informatiecoördinator TGO, met code 06-11254, formatief bij de politieregio Noord- en Oost-Gelderland niet heeft bestaan, er geen onderliggende functiebeschrijving is en dat verzoeker niet is aangesteld in de door hem gepretendeerde functie. De opname in het systeem Beaufort NP is niet van wezenlijke betekenis, aldus de korpschef. De Raad ziet geen aanleiding om te twijfelen aan hetgeen de korpschef heeft verklaard en toegelicht. Het standpunt van de korpschef wordt ook ondersteund door ingebrachte overzichten betreffende de formatie van de voormalige politieregio Noord- en Oost-Gelderland over 2009 en 2011, daaronder begrepen de Divisie Recherche, respectievelijk de Divisie Informatie en Intelligence.
4.3.4.
De door verzoeker in het geding gebrachte verklaring van zijn voormalig leidinggevende M brengt de Raad niet tot een ander oordeel. Deze verklaring bevestigt veeleer dat een formele vaststelling van de functie van informatiecoördinator TGO niet heeft plaatsgevonden. De korpschef heeft bovendien toegelicht dat het bevoegd gezag de uitdrukkelijke wens van M om in de Divisie Informatie en Intelligence van de politieregio Noord- en Oost-Gelderland een formatieplaats op te nemen voor de functie van informatiecoördinator TGO, salarisschaal 9, nimmer heeft ingewilligd. Verzoeker is ook niet formeel als informatiecoördinator TGO, salarisschaal 9, overgeheveld naar de Divisie Recherche. Uit de verklaring van M komt verder naar voren dat met de invoering van de functie van informatiecoördinator TGO, met code 06-11254, is vooruitgelopen op verwachte ontwikkelingen. Aan de invoering van bedoelde functie liggen evenwel geen formele (beleg)stukken ten grondslag. Opvallend is ten slotte dat aan de in Beaufort NP opgenomen functie met code 06-11254 de salarisschaal 8 is verbonden, waarmee is vastgehouden aan het toegestane financiële kader, aldus de korpschef. Mede gelet op de gemotiveerde betwisting door de korpschef heeft verzoeker zijn stelling, dat hem niet de functie is toegekend van informatiecoördinator, met code 06-08250, maar de functie van informatiecoördinator TGO, met code 06-11254, niet aannemelijk gemaakt.
4.4.
Aan verzoeker moet worden toegegeven dat de gang van zaken rondom zijn aanstelling niet de schoonheidsprijs verdient; voorstelbaar is dat verzoeker (destijds) een verkeerde voorstelling van zaken heeft gehad. Dit laat echter onverlet dat verzoeker, gelet op wat
onder 4.3.1 tot en met 4.3.4 is overwogen, niet aannemelijk heeft gemaakt dat de stukken die hij ter onderbouwing van zijn verzoek om herziening heeft overgelegd feiten en omstandigheden betreffen als bedoeld in artikel 8:119, eerste lid, van de Awb.
4.5.
De conclusie is dat het verzoek om herziening van de uitspraak van 1 juni 2015 moet worden afgewezen.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend, in tegenwoordigheid van
M.S. Boomhouwer als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
14 juli 2016.
(getekend) B.J. van de Griend
(getekend) M.S. Boomhouwer

HD