Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellanten, die bijstand ontvingen op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), hadden op 3 juli 2012 een verzoek ingediend bij het dagelijks bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug om informatie te verstrekken. Dit verzoek was gericht op het verkrijgen van gegevens over opgelegde maatregelen en inhoudingen. Het dagelijks bestuur heeft hierop gereageerd met een brief op 16 juli 2012, waarin het bezwaar van appellanten tegen deze brief niet-ontvankelijk werd verklaard.
De rechtbank heeft het beroep van appellanten tegen dit besluit ongegrond verklaard, met de overweging dat het verzoek niet onder de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) of de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) viel. Appellanten hebben hiertegen hoger beroep ingesteld, stellende dat het dagelijks bestuur in strijd met de Wob en de Wbp had gehandeld door hun verzoek om informatie af te wijzen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de reactie van het dagelijks bestuur op het verzoek van appellanten geen besluit op grond van de WWB was. De Raad heeft geconcludeerd dat het verzoek om informatie was gedaan in het kader van de Wob of de Wbp, maar dat de afwijzing daarvan geen besluit was dat onder de bevoegdheid van de Raad viel. Daarom heeft de Raad zich onbevoegd verklaard en het hoger beroepschrift doorgezonden naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.