ECLI:NL:CRVB:2016:2554
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van te veel uitgekeerd persoonsgebonden budget door Zorgkantoor
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellante, vertegenwoordigd door haar vader en moeder en bijgestaan door mr. J.G.J. Spiekker, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Zorgkantoor, VGZ Zorgkantoor B.V., die een terugvordering had ingesteld van een te veel uitgekeerd persoonsgebonden budget (pgb). De appellante had aanvankelijk een pgb van € 89.185,55 ontvangen, dat later werd verhoogd naar € 114.198,25. Echter, door een fout van het Zorgkantoor ontving zij uiteindelijk een bedrag van € 141.082,95, wat meer was dan het vastgestelde pgb. Het Zorgkantoor vorderde het teveel betaalde bedrag van € 57.130,04 terug.
De rechtbank had het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep stelde de Raad vast dat appellante er niet op mocht vertrouwen dat het door het Zorgkantoor uitbetaalde bedrag juist was en dat zij dit bedrag volledig mocht besteden aan zorg. De Raad oordeelde dat er geen sprake was van een uitdrukkelijke toezegging van het Zorgkantoor die gerechtvaardigde verwachtingen bij appellante had gewekt. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.