ECLI:NL:CRVB:2016:2540
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van een ID-baan en ontslag wegens opheffing van de betrekking
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante, die was aangesteld in de functie van [functie 1] bij een openbare basisschool in Rotterdam. De functie was een bovenformatieve ID-baan, gefinancierd door een subsidie van de gemeente Rotterdam. Door de beëindiging van deze subsidie heeft het college van bestuur van de Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam besloten de functie op te heffen, wat leidde tot het ontslag van appellante. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit ontslag, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard.
De rechtbank Rotterdam heeft in een eerdere uitspraak geoordeeld dat het ontslag niet op de juiste gronden was verleend, omdat de aanstellingsakte niet leidend was bij de beoordeling van het ontslag. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. Appellante heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij zij aanvoert dat zij feitelijk werkzaamheden van [functie 2] heeft verricht en dat haar betrekking niet had mogen worden opgeheven.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellante afgewezen. De Raad oordeelt dat appellante inderdaad was aangesteld in de functie van [functie 1] en dat de beëindiging van de subsidie door de gemeente Rotterdam rechtvaardigde dat het college de functie heeft opgeheven. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, voor zover deze is aangevochten, en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.