Uitspraak
.Appellante is verschenen
,bijgestaan door mr. Van Kerkhof
.Het college is, met bericht, niet verschenen
.
OVERWEGINGEN
.
.Bij het bestreden besluit is geen boete opgelegd, zodat het aangevoerde in zoverre feitelijke grondslag mist.
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) van appellante, die samenwoont met een partner zonder dit te melden. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellante ontving bijstand als alleenstaande ouder, maar na een anonieme melding heeft de gemeente Tilburg een onderzoek ingesteld naar haar recht op bijstand. Tijdens dit onderzoek zijn waarnemingen gedaan en een huisbezoek afgelegd, waaruit bleek dat de partner van appellante, B, regelmatig bij haar verbleef en zorg droeg voor haar en haar kinderen. Het college van burgemeester en wethouders heeft daarop besloten de bijstand van appellante met terugwerkende kracht in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen. Appellante betwist de bevindingen van het college en stelt dat zij onder druk is gezet tijdens het onderzoek. De Raad oordeelt dat de onderzoeksresultaten voldoende grondslag bieden voor de conclusie dat er sprake is van een gezamenlijke huishouding. De Raad bevestigt dat de eisen van informed consent zijn nageleefd tijdens het huisbezoek. De Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.