ECLI:NL:CRVB:2016:2334
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) van appellant, die sinds 6 september 2011 bijstand ontving. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, die de eerdere besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen heeft bevestigd. Appellant heeft contante bedragen ontvangen van familieleden, maar heeft deze niet gemeld aan het college, waardoor hij de wettelijke inlichtingenverplichting heeft geschonden. Het college heeft op basis van een onderzoek naar de financiële situatie van appellant besloten om de bijstand in te trekken, omdat niet kon worden vastgesteld of appellant recht had op bijstand. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij recht heeft op bijstand, maar de Raad oordeelt dat hij onvoldoende inzicht heeft gegeven in de herkomst en omvang van de ontvangen bedragen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.