ECLI:NL:CRVB:2016:2309
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bijzondere bijstand voor kosten hersteloperatie na sterilisatie; beoordeling van acute medische noodzaak en voorliggende voorzieningen
In deze zaak gaat het om de aanvraag van appellant voor bijzondere bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) voor de kosten van een hersteloperatie na sterilisatie. Appellant heeft op 5 november 2014 deze bijstand aangevraagd, maar het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft deze aanvraag afgewezen. Het college stelde dat de Zorgverzekeringswet een passende en toereikende voorliggende voorziening is voor medische behandelingen, waardoor de aanvraag niet kon worden ingewilligd. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond.
In hoger beroep heeft appellant betoogd dat er sprake was van zeer dringende redenen om de bijstand toe te kennen, omdat er een medische noodzaak zou zijn om de sterilisatie snel ongedaan te maken. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat voor de toepassing van artikel 16, eerste lid, van de WWB moet worden aangetoond dat er een acute noodsituatie is. De Raad concludeert dat de door appellant geschetste omstandigheden niet van dien aard zijn dat er sprake is van een acute noodsituatie.
Daarnaast heeft appellant een beroep gedaan op het recht op family life zoals bedoeld in artikel 8 van het EVRM. De Raad oordeelt dat de besluitvorming geen inbreuk maakt op het family life van appellant, aangezien er op dit moment geen kind is. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.