Uitspraak
OVERWEGINGEN
(OSAS) heeft de rechtbank geen aanknopingspunten gezien voor het oordeel dat de hieruit voortvloeiende beperkingen zijn onderschat, nu uit het specialistenbericht van 26 mei 2014 van arts-assistent longziekten J.M.W. van den Berg en longarts dr. T. Nizet, volgt dat sprake is van een lichte positieafhankelijke OSAS, waarvoor appellant (slechts) het advies kreeg om af te vallen.
ZW-uitkering over de periode van 28 mei 2014 tot en met 1 juni 2014 onverschuldigd is betaald. Het Uwv is in beginsel gehouden deze onverschuldigd betaalde uitkering van appellant terug te vorderen. Dit is slechts anders als sprake is van dringende redenen, in welk geval het Uwv geheel of gedeeltelijk van terugvordering kan afzien. Appellant heeft dergelijke dringende redenen niet aangevoerd.
ZW – bijgestelde FML enigszins is afgenomen, betekent niet dat appellant daardoor ongeschikt is geworden voor zijn maatgevende arbeid. Appellant heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat de in de brief van psychiater Gokoel van 27 maart 2015 genoemde diagnoses ook van toepassing waren op 28 mei 2014. Hierbij is van belang dat de – in het kader van een nieuwe ziekmelding opgestelde – psychiatrische expertise van psychiater Cohen van 18 juni 2015, waarin bij het psychiatrisch onderzoek geen relevante afwijkingen zijn gevonden en als diagnose een niet gespecificeerde aanpassingsstoornis is gesteld, blijkens het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 16 juli 2015 geen aanleiding was voor toegenomen beperkingen in het kader van de nieuwe ziekmelding en dat de bevindingen van de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapport van 24 september 2014, welk rapport betrekking heeft op de in deze zaak in geding zijnde datum, overeenkomen met de bevindingen van psychiater Cohen.