ECLI:NL:CRVB:2016:2049
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van WIA-uitkering en geschiktheid voor arbeid na psychische problemen
In deze zaak gaat het om een herbeoordeling van de WIA-uitkering van appellante, die als juridisch secretaresse heeft gewerkt en sinds 4 juni 2009 arbeidsongeschikt is door psychische problemen. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft in 2011 vastgesteld dat appellante recht heeft op een loongerelateerde WGA-uitkering, die na herbeoordeling in 2012 is voortgezet met een arbeidsongeschiktheid van 77%. Appellante heeft in 2013 om een heronderzoek gevraagd, omdat zij meent volledig arbeidsongeschikt te zijn na de diagnose van een stoornis in het autismespectrum. Het Uwv heeft echter de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 35 tot 80% en het bezwaar van appellante ongegrond verklaard.
Appellante heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing, waarbij de rechtbank een psychiater heeft benoemd om de psychische gezondheidstoestand van appellante te onderzoeken. De psychiater concludeerde dat er onvoldoende aanwijzingen waren voor een stoornis in het autismespectrum en dat de klachten meer passen bij persoonlijkheidsproblematiek. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten, omdat appellante met de vastgestelde beperkingen in staat werd geacht om de geselecteerde functies te vervullen.
In hoger beroep heeft appellante opnieuw gesteld dat haar beperkingen zijn onderschat en dat zij niet in staat is om in een reguliere werkomgeving te werken. De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, omdat de rechtbank terecht het deskundigenadvies heeft gevolgd en de vastgestelde beperkingen als juist heeft beoordeeld. De Raad oordeelt dat de functies die aan appellante zijn voorgelegd medisch geschikt zijn, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.