Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant, geboren op 8 september 1977, had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet Wajong, omdat hij zich op zijn 17e verjaardag en 52 weken daarna arbeidsongeschikt achtte als gevolg van een verstandelijke beperking. Het Uwv had de aanvraag afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat de appellant op de relevante data arbeidsongeschikt was. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geoordeeld dat er geen concrete aanknopingspunten zijn om de conclusies van de verzekeringsartsen niet te volgen. De Raad benadrukte dat de bewijslast bij de appellant ligt, vooral gezien de laattijdige aanvraag. Er waren geen medische gegevens beschikbaar die de arbeidsongeschiktheid op de relevante data konden onderbouwen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat het hoger beroep niet slaagde. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van de appellant.