ECLI:NL:CRVB:2016:1990
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering terug te komen van afwijzing Wajong-uitkering na eerdere beslissing zonder nieuwe feiten of veranderde omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om terug te komen van een eerdere afwijzing van een Wajong-uitkering. Appellant, geboren in 1989, had in 2007 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die was afgewezen omdat hij minder dan 25% arbeidsongeschikt was. In 2013 diende hij een nieuwe aanvraag in, die door het Uwv werd opgevat als een verzoek om terug te komen van de eerdere beslissing. Het Uwv wees dit verzoek af, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die de eerdere beslissing zouden kunnen onderbouwen.
De Raad oordeelde dat appellant niet voldoende nieuwe medische gegevens had overgelegd die betrekking hadden op de beoordelingsdatum van 2007. De informatie die in de bezwaarfase was ingediend, voldeed niet aan de eisen om als nieuw feit te worden beschouwd. De Raad bevestigde dat de rechtbank Limburg de eerdere beslissing van het Uwv terecht had bekrachtigd, omdat appellant niet had aangetoond dat zijn arbeidsongeschiktheid was toegenomen of dat er nieuwe feiten waren die een herziening van de eerdere beslissing rechtvaardigden.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak werd openbaar gedaan.