ECLI:NL:CRVB:2016:1983
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- F. Hoogendijk
- H.D. Stout
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanvraag bijstandsverlening en terugvordering voorschot
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de rechtbank het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam ongegrond heeft verklaard. Appellant ontving tot 1 augustus 2014 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Na een eerdere opschorting van zijn recht op bijstand, heeft het college op 5 september 2014 de bijstand van appellant ingetrokken. Appellant heeft op 8 september 2014 opnieuw bijstand aangevraagd, maar het college heeft hem verzocht om bankafschriften te overleggen. Appellant heeft niet alle gevraagde gegevens ingeleverd, wat heeft geleid tot het besluit van het college om de aanvraag niet in behandeling te nemen en het verstrekte voorschot terug te vorderen. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat het college ten onrechte heeft gesteld dat hij niet alle benodigde informatie heeft verstrekt. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat appellant niet alle gevraagde bankafschriften heeft overgelegd. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.