ECLI:NL:CRVB:2016:1981
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- F. Hoogendijk
- H.D. Stout
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake bijstandsbesluit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die zijn beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het college had op 15 augustus 2014 het recht op bijstand van appellant opgeschort en op 5 september 2014 ingetrokken. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de rechtbank oordeelde dat het beroepschrift niet de vereiste gronden bevatte. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn beroepschrift wel degelijk gronden bevatte en dat het te laat indienen van aanvullende gronden verschoonbaar was. De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank gevolgd en geoordeeld dat het beroepschrift onvoldoende duidelijkheid bood over de gronden van beroep. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, omdat appellant niet tijdig de gronden heeft ingediend en geen bijzondere omstandigheden heeft aangevoerd die een afwijking van de procesregeling rechtvaardigen. De uitspraak is gedaan op 31 mei 2016.