ECLI:NL:CRVB:2016:1903
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand na ontdekking hennepkwekerij en bewijsvoering zonder raadsman
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, die bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), had een hennepkwekerij geëxploiteerd zonder dit te melden aan het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort. Naar aanleiding van een melding over de hennepkwekerij heeft het college een onderzoek ingesteld, waarbij onder andere bankafschriften zijn opgevraagd en appellant is gehoord door een sociaal rechercheur. Het college heeft vervolgens de bijstand van appellant ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd, omdat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de wijze van verhoor zonder aanwezigheid van een raadsman onzorgvuldig was en dat er geen schriftelijke toestemming van de officier van justitie was voor het gebruik van het strafdossier. De Raad oordeelt echter dat de toestemming niet schriftelijk hoeft te zijn en dat de wijze van verhoor niet in strijd is met de eisen van een behoorlijk handelende overheid. De Raad bevestigt dat het college op juiste gronden heeft vastgesteld dat appellant de op hem rustende inlichtingenverplichting heeft geschonden, en dat dit een rechtsgrond vormt voor de intrekking van de bijstand.
De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen, en er wordt geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.