ECLI:NL:CRVB:2016:1754
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- J.P.M. Zeijen
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over onderzoeksplicht werkgever bij WGA-uitkering en toerekening aan eigenrisicodrager
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toerekening van WGA-uitkeringen aan een werkgever die eigenrisicodrager is. De Raad oordeelt dat de werkgever niet heeft voldaan aan zijn onderzoeksplicht. De werkgever had in 2011 navraag moeten doen bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de uitkeringsrechten van zijn ex-werkneemster, in plaats van te vertrouwen op informatie van de Belastingdienst. De Raad onderschrijft het standpunt van het Uwv dat de werkgever niet zonder meer op de juistheid van deze informatie mocht vertrouwen.
De rechtbank had eerder het beroep van de werkgever tegen de beslissing van het Uwv ongegrond verklaard, maar de Raad vernietigt deze uitspraak voor een deel. De Raad stelt vast dat de werkgever op de hoogte was van de WGA-uitkering van de ex-werkneemster en dat hij had moeten twijfelen aan de juistheid van de informatie die hij ontving. De Raad concludeert dat de werkgever zijn onderzoeksplicht niet is nagekomen en dat de toerekening van de WGA-uitkering aan hem terecht is.
De uitspraak heeft gevolgen voor de verhaalsbesluiten van het Uwv, waarbij de werkgever wordt aangesproken voor de WGA-uitkeringen van zijn ex-werknemer. De Raad verklaart het incidenteel hoger beroep van de werkgever niet-ontvankelijk en bevestigt de beslissing van het Uwv om de WGA-uitkering aan de werkgever toe te rekenen. De uitspraak benadrukt het belang van de onderzoeksplicht van werkgevers die eigenrisicodrager zijn en de noodzaak om tijdig informatie in te winnen bij het Uwv.