ECLI:NL:CRVB:2016:1728
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake arbeidsongeschiktheid en re-integratie van ambtenaar bij de provincie Noord-Holland
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een ambtenaar, betrokkene, tegen het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland. Betrokkene was sinds 1992 werkzaam bij de provincie en had een WAO-uitkering ontvangen. Na verschillende periodes van ziekte en re-integratie, werd haar ontslag verleend op basis van ongeschiktheid tot het verrichten van haar arbeid wegens ziekte. De rechtbank had eerder het beroep van betrokkene tegen het besluit van het college ongegrond verklaard, wat betrokkene in hoger beroep aanvecht.
De Raad oordeelt dat de rechtbank op goede gronden heeft overwogen dat het college voldoende inspanningen heeft verricht om betrokkene te re-integreren. Betrokkene had geweigerd mee te werken aan een onafhankelijk medisch onderzoek, wat haar positie verzwakte. De Raad bevestigt dat het dossier rechtmatig tot stand is gekomen en dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat het college nog een primair besluit moest nemen over de (toegenomen) arbeidsongeschiktheid van betrokkene. Het incidenteel hoger beroep van het college slaagt, en de Raad vernietigt het betreffende onderdeel van de aangevallen uitspraak.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en wijst op de verantwoordelijkheid van betrokkene om mee te werken aan het onderzoek naar haar arbeidsongeschiktheid. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.