ECLI:NL:CRVB:2016:1705
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- P.W. van Straalen
- J.T.H. Zimmerman
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van bijstandsrecht wegens langer verblijf in het buitenland zonder zeer dringende redenen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin haar beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Venray ongegrond werd verklaard. Appellante ontving sinds 16 april 2007 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Echter, zij verbleef van 31 mei 2013 tot en met 28 juni 2013 en opnieuw van 9 oktober 2013 tot en met 4 november 2013 in Marokko. Het college besloot haar bijstandsrecht te beëindigen omdat zij langer dan vier weken buiten Nederland verbleef, wat in strijd is met artikel 13 van de WWB. Appellante stelde dat haar niet verweten kon worden dat zij naar Marokko was afgereisd en dat haar klantmanager haar niet correct had geïnformeerd over haar rechten. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de verwijtbaarheid van appellante geen rol speelt in de beoordeling van het recht op bijstand, aangezien artikel 13 dwingendrechtelijk is. Ook de door appellante aangevoerde zeer dringende redenen, zoals haar ziekte en de omstandigheden tijdens haar verblijf in Marokko, werden niet als zodanig erkend. Het beroep op het vertrouwensbeginsel werd eveneens afgewezen, omdat er geen ondubbelzinnige toezeggingen waren gedaan door de betrokkenen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.