ECLI:NL:CRVB:2015:3298
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- F. Hoogendijk
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schending inlichtingenverplichting en vertrouwensbeginsel bij bijstandsverlening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Appellante, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand, had haar inlichtingenverplichting geschonden door niet te melden dat zij niet op het opgegeven uitkeringsadres woonde. De zaak kwam aan het licht na een melding van haar klantmanager, die aangaf dat appellante bij haar ex-partner verbleef. Na een onderzoek door de gemeente Almere werd de bijstand van appellante met terugwerkende kracht ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd. Appellante stelde dat zij had vertrouwd op toezeggingen van haar klantmanager, maar de Raad oordeelde dat er geen uitdrukkelijke toezeggingen waren gedaan die haar gerechtvaardigd vertrouwen konden wekken. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college niet verplicht was om nader onderzoek te doen naar de relatie tussen appellante en haar klantmanager. De uitspraak benadrukt het belang van het correct verstrekken van informatie door bijstandsontvangers en de gevolgen van het schenden van de inlichtingenverplichting.