ECLI:NL:CRVB:2016:1704
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Y.J. Klik
- M. ter Brugge
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens verzwegen woonplaats en feitelijke grondslag
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant, die sinds 1986 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van appellant ongegrond verklaarde. De rechtbank oordeelde dat het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam terecht de bijstand van appellant heeft ingetrokken, omdat hij niet langer op het uitkeringsadres woonde. Appellant had zich in 2011 gemeld bij de gemeente Amstelveen voor bijstand en verklaarde daar dat hij inkomsten had verworven als schilder. Dit leidde tot een onderzoek door de Dienst Werk en Inkomen van de gemeente Amsterdam, waaruit bleek dat appellant feitelijk niet op het uitkeringsadres woonde. Het college concludeerde dat appellant vanaf de geboorte van zijn oudste zoon in 1997 buiten Amsterdam woonde en vorderde de onterecht verstrekte bijstand terug. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de onderzoeksbevindingen voldoende grondslag bieden voor de intrekking van de bijstand. De Raad benadrukt dat de last om aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor intrekking is voldaan, op het bijstandverlenend orgaan rust. De verklaringen van omwonenden en de feitelijke omstandigheden wijzen erop dat appellant niet op het uitkeringsadres woonde, wat de beslissing van het college ondersteunt. De Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak.