Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- wijst het verzoek om herziening af;
- wijst het verzoek tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoeker, woonachtig in Turkije, een verzoek om herziening ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 10 december 2014. Deze eerdere uitspraak betrof een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Amsterdam over de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen de herziene definitieve jaarafrekening van de buitenlandbijdrage over 2007. Verzoeker stelt dat zijn gezondheidstoestand niet in ogenschouw is genomen en dat hij ten onrechte voor meer dan 80% arbeidsgeschikt is geacht. Hij vraagt om compensatie voor inhoudingen op zijn inkomsten en schadevergoeding.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 4 mei 2016 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening. De Raad overweegt dat het verzoek om herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak of om de juistheid van de eerdere uitspraak te betwisten. De Raad concludeert dat de aangevoerde argumenten van verzoeker geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn die aanleiding geven tot herziening volgens artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad wijst het verzoek om herziening en het verzoek om schadevergoeding af, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door J.P.A. Boersma, in tegenwoordigheid van griffier I.G.A.H. Toma, en is openbaar uitgesproken op 4 mei 2016.