ECLI:NL:CRVB:2016:152
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WAO-uitkering en de inschatting van beperkingen door het Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, die een WAO-uitkering ontvangt, was het niet eens met de inschatting van zijn beperkingen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De rechtbank had eerder geoordeeld dat het Uwv de beperkingen van de appellant correct had ingeschat, en de Raad heeft deze conclusie bevestigd. De appellant had aangevoerd dat de neuroloog Van Wijngaarden geen zorgvuldig onderzoek had verricht en dat zijn beperkingen niet goed waren onderkend. De Raad heeft echter vastgesteld dat de rapporten van de deskundigen, waaronder de reumatoloog dr. S. ten Wolde en de neuroloog dr. G.K. van Wijngaarden, zorgvuldig en consistent waren. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht de deskundigen had gevolgd en dat er geen aanleiding was om aan de conclusies van de deskundigen te twijfelen. De Raad concludeerde dat de appellant niet verdergaand beperkt was dan het Uwv had aangenomen en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was.