ECLI:NL:CRVB:2016:1502
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag op basis van verrichte zorg voor vader met persoonsgebonden budget
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellante had een bijstandsaanvraag ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel was afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat appellante op geld waardeerbare arbeid had verricht door haar vader, die een persoonsgebonden budget (PGB) had, te verzorgen. De Raad oordeelde dat appellante niet had aangetoond dat er medisch geschoold personeel was ingehuurd voor de zorg van haar vader, en dat zij derhalve niet in aanmerking kwam voor bijstand. De Raad bevestigde dat de zorg die appellante verleende aan haar vader, die COPD had en veel hulp nodig had, als arbeid werd aangemerkt. De Raad benadrukte dat appellante, om recht op bijstand te kunnen claimen, moest aantonen welk deel van het PGB aan haar als loon had kunnen toekomen. Aangezien appellante hierin niet was geslaagd, werd de afwijzing van de bijstandsaanvraag door het college gerechtvaardigd geacht. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.