ECLI:NL:CRVB:2016:1262
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellanten, die vanaf 21 augustus 2008 bijstand ontvingen op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die het beroep tegen het besluit van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier ongegrond verklaarde. Het dagelijks bestuur had de bijstand ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd, omdat appellanten hun wettelijke inlichtingenverplichting hadden geschonden door niet alle bankrekeningen en contante stortingen te melden.
De Raad stelt vast dat appellanten niet in staat zijn geweest om aan te tonen dat zij recht hadden op bijstand, omdat zij onvoldoende inzicht hebben gegeven in de financiële situatie en de herkomst van de ontvangen bedragen van hun ouders. De Raad oordeelt dat het dagelijks bestuur op goede gronden de bijstandsuitkering heeft geblokkeerd en dat de intrekking en terugvordering van de bijstand rechtmatig zijn. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing in het openbaar hebben uitgesproken.