ECLI:NL:CRVB:2016:1229
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Korting op AOW-partnertoeslag wegens niet verzekerde tijdvakken en de rechtvaardiging van leeftijdsdiscriminatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de korting van 52% op de AOW-partnertoeslag van appellant. Appellant, geboren in 1947, heeft een AOW-pensioen aangevraagd, waarbij een korting op de partnertoeslag is toegepast vanwege niet-verzekerde jaren van zijn echtgenote, die in 1964 geboren is en tot 2006 in Polen woonde. Appellant betoogde dat deze korting in strijd is met de discriminatieverboden van artikel 14 van het EVRM en artikel 26 van het IVBPR, omdat de hoogte van de toeslag afhankelijk zou zijn van de leeftijd van zijn partner. De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de korting op de toeslag niet gebaseerd is op de leeftijd van de partner, maar op het aantal niet-verzekerde jaren. Dit onderscheid is volgens de Raad gerechtvaardigd, gezien de aard van de AOW-verzekering als een ingezetenenverzekering. De Raad concludeerde dat er geen sprake is van ongelijke behandeling of indirecte discriminatie op basis van leeftijd, en dat de regeling niet kennelijk onredelijk is. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.