ECLI:NL:CRVB:2016:1216
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- G.M.G. Hink
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens verzwegen bankrekeningen en schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant en zijn echtgenote, die bijstand ontvingen op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had eerder de beroepen van appellant tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Wageningen ongegrond verklaard. De aanleiding voor de intrekking van de bijstand was een onderzoek door de sociale recherche, waaruit bleek dat appellant en zijn echtgenote meerdere bankrekeningen hadden verzwegen, waarop aanzienlijke saldi stonden. Het college had op basis van deze bevindingen besloten de bijstand over verschillende periodes in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand terug te vorderen.
Appellant heeft in hoger beroep een groot aantal bankafschriften overgelegd en betoogd dat het recht op bijstand wel degelijk kan worden vastgesteld. De Raad overweegt dat het aan het college is om aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor intrekking en terugvordering is voldaan. De Raad concludeert dat appellant niet voldoende duidelijkheid heeft gegeven over zijn financiële situatie en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij recht op bijstand zou hebben gehad indien hij aan zijn inlichtingenverplichting had voldaan. De Raad bevestigt daarom de uitspraak van de rechtbank en het besluit van het college.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de zaak hebben beoordeeld. De beslissing is openbaar uitgesproken op 29 maart 2016.