Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt uitspraak 2.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep en op een verzoek om herziening. Betrokkene, die werkzaam was bij de dienst van het Ministerie van VROM, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland en verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad. Betrokkene had in 1998 melding gemaakt van fraude en belangenverstrengeling door zijn directeur, wat leidde tot zijn ontslag in 2003 op grond van verstoorde verhoudingen. De Raad had eerder geoordeeld dat dit ontslag rechtmatig was en dat de minister niet verplicht was om aanvullende financiële voorzieningen toe te kennen. Betrokkene stelde dat er nieuwe feiten waren die de Raad tot een ander oordeel hadden kunnen brengen, maar de Raad oordeelde dat deze feiten niet nieuw waren en dat het verzoek om herziening daarom werd afgewezen. Het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank werd eveneens afgewezen, waardoor de eerdere beslissing werd bevestigd. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.