ECLI:NL:CRVB:2016:1156
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- C.H. Bangma
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van militair invaliditeitspensioen en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak gaat het om de herbeoordeling van het militair invaliditeitspensioen van appellant, die werkzaam was bij de Koninklijke Marechaussee. Appellant heeft in 2002 een Militair Geneeskundig Onderzoek ondergaan, waarbij hij ongeschikt werd bevonden voor de militaire dienst. Hij heeft een invaliditeitspensioen van 20% ontvangen, maar na een herbeoordeling in 2010 werd hem meegedeeld dat zijn pensioen niet zou worden verhoogd. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat leidde tot een complexe procedure met meerdere besluiten en een beroep op schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.
De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd, omdat de rechtbank niet had onderkend dat de besluiten van 14 april 2010 en 20 december 2010 in hun onderlinge samenhang moesten worden beoordeeld. De Raad oordeelt dat de besluiten van de minister niet voldoen aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht, omdat er geen volledige heroverweging van het primaire besluit heeft plaatsgevonden. De Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn in deze procedure met twee jaar is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 2.000,- voor appellant. De Raad heeft de Staat der Nederlanden en de minister veroordeeld tot betaling van deze schadevergoeding en het griffierecht van € 160,- aan appellant te vergoeden.