ECLI:NL:CRVB:2016:1078
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.E.V. Lenos
- V. van Rij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake de Algemene nabestaandenwet
In deze zaak heeft verzoekster, woonachtig in Marokko, op 30 december 2014 een verzoek tot herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 28 november 2014. Dit verzoek volgde op een besluit van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) van 23 december 2011, waarin verzoekster een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet werd geweigerd. Het bezwaar dat verzoekster tegen dit besluit had ingediend, werd door de Svb niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep tegen dit besluit ongegrond, maar de Centrale Raad van Beroep vernietigde deze uitspraak en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit van de Svb niet-ontvankelijk.
Tijdens de zitting op 12 februari 2016 was verzoekster niet aanwezig, maar de Svb werd vertegenwoordigd door mr. G.J. Oudenes. Verzoekster voerde aan dat zij zich in een slechte financiële situatie bevond, maar de Raad oordeelde dat dit geen nieuw feit of omstandigheid was in de zin van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad benadrukte dat herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de eerdere uitspraak, maar om onjuistheden in de feiten te corrigeren.
De Raad concludeerde dat verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden. Daarom werd het verzoek om herziening afgewezen. De uitspraak werd gedaan door voorzitter E.E.V. Lenos, in aanwezigheid van griffier V. van Rij, en werd openbaar uitgesproken op 25 maart 2016.