Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat de griffier aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 118,- terugbetaalt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een beroep van appellante, die een nabestaandenuitkering onder de Algemene nabestaandenwet (ANW) heeft aangevraagd. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had het bezwaar van appellante tegen een eerder besluit niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van appellante te laat was ingediend en heeft dit beroep om die reden niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestreden besluit op 15 mei 2012 aan appellante was verzonden, waardoor de beroepstermijn op 16 mei 2012 begon en eindigde op 26 juni 2012. Appellante heeft echter pas op 5 juli 2012 een beroepschrift ingediend, wat na de termijn was. De rechtbank heeft appellante de gelegenheid gegeven om uitleg te geven over de termijnoverschrijding, maar zij heeft hier geen gebruik van gemaakt. De rechtbank concludeerde dat er geen verschoonbare redenen waren voor de termijnoverschrijding.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij in een slechte financiële situatie verkeert, maar de Raad heeft, net als de rechtbank, geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De Raad heeft vastgesteld dat er geen gronden zijn aangevoerd die de termijnoverschrijding zouden rechtvaardigen. Wel heeft de Raad opgemerkt dat de rechtbank abusievelijk had vermeld dat het beroep ongegrond was, terwijl het in feite niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad heeft de eerdere uitspraak vernietigd en het beroep van appellante opnieuw niet-ontvankelijk verklaard.
De Raad heeft geen aanleiding gezien om proceskosten te veroordelen, maar heeft wel bepaald dat het griffierecht dat in hoger beroep is betaald, aan appellante moet worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de betrokken rechters.