Uitspraak
OVERWEGINGEN
5 juli 2012 ten grondslag gelegd.
18 december 2013 kenbaar gemaakt dat het college het gebrek hiermee niet heeft hersteld.
18 juni 2014, niet nodig.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 maart 2016 een tussenuitspraak gedaan in het hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn tegen de tussenuitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de aanvraag van betrokkene, geboren in 1998, voor een Europese gehandicaptenparkeerkaart voor een passagier, die is afgewezen door het college op basis van medisch advies. Betrokkene heeft een reumatische aandoening die haar mobiliteit beperkt. De Raad oordeelt dat het college het gebrek in het bestreden besluit niet heeft hersteld, omdat het medisch advies van 20 november 2013 niet op het vereiste onderzoek is gebaseerd. De Raad heeft het college opgedragen om een nader (medisch) onderzoek te laten verrichten, waarbij alle relevante behandelaars moeten worden geraadpleegd. De Raad benadrukt dat de zorgvuldigheidseisen in acht moeten worden genomen en dat de behandelaars expliciet moeten worden bevraagd over de continue afhankelijkheid van betrokkene van de bestuurder bij het vervoer van deur tot deur. De termijn voor het herstel van het besluit is vastgesteld op zes weken na de tussenuitspraak.