ECLI:NL:CRVB:2016:107
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- M. ter Brugge
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlaging op grond van niet-nakoming re-integratieverplichtingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die de bezwaren van appellante tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Delft ongegrond heeft verklaard. Appellante ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en kreeg te maken met verschillende maatregelen van bijstandsverlaging vanwege vermeende niet-nakoming van re-integratieverplichtingen. De Raad voor de Rechtspraak heeft vastgesteld dat appellante niet is verschenen op een afspraak met haar werkcoach en niet heeft deelgenomen aan de sollicitatieclub, wat leidde tot een verlaging van haar bijstand. De rechtbank oordeelde dat het college terecht maatregelen had opgelegd, maar appellante betwistte de rechtmatigheid van deze besluiten. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig onderzocht, inclusief de medische beperkingen van appellante en de communicatie tussen haar en het college. Uiteindelijk oordeelde de Raad dat het college ten onrechte de bijstand van appellante had verlaagd, omdat er geen concreet functieaanbod was gedaan dat rekening hield met haar beperkingen. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor wat betreft de maatregel 3 en herstelde de situatie door het besluit van het college te herroepen. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van appellante.