ECLI:NL:CRVB:2016:1047
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.W.H.I. Korte
- A.M. Overbeeke
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting met betrekking tot vermogen in het buitenland
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van bijstand aan appellant, die eerder een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontving. De intrekking van de bijstand was gebaseerd op het feit dat appellant zijn vermogen in het buitenland niet had gemeld, wat leidde tot onduidelijkheid over zijn financiële positie. Appellant had een onbewoonbare woning in Portugal geërfd, maar had niet gemeld dat hij samen met zijn broers en zus onroerend goed had geërfd en dat er woningen waren verkocht. Het college van burgemeester en wethouders van Schiedam had appellant herhaaldelijk verzocht om bewijs van de verkoop van de woning en informatie over zijn erfdeel, maar appellant voldeed niet aan de inlichtingenverplichting. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk en ongegrond, en oordeelde dat de intrekking van de bijstand niet onrechtmatig was. In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat hij de inlichtingenplicht niet had geschonden, maar de Raad oordeelde dat het college terecht had besloten tot intrekking van de bijstand. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en wees het verzoek om schadevergoeding af.