In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de intrekking van bijstand naar de norm voor gehuwden van appellanten, die ten onrechte is ingetrokken vanaf 1 oktober 2011. De Raad oordeelt dat appellanten vanaf deze datum weer recht hebben op bijstand, waardoor de eerdere besluitvorming naar aanleiding van hun aanvraag om bijstand van 17 augustus 2012 niet meer geldig is. De rechtbank heeft dit niet onderkend, wat leidt tot de vernietiging van de eerdere uitspraak en het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Eemnes. De Raad herroept het besluit van 9 oktober 2012 en verklaart het beroep van appellanten gegrond. Tevens wordt het college veroordeeld in de kosten van appellanten voor rechtsbijstand, die in totaal op € 1.470,- worden begroot. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.