ECLI:NL:CRVB:2015:901
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om kwijtschelding van schuld in verband met fraudevordering en gelijkheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant had verzocht om kwijtschelding van een schuld aan het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, maar dit verzoek werd afgewezen op grond van een fraudevordering. De Raad oordeelde dat de appellant niet gedurende tien jaar volledig aan zijn aflossingsverplichtingen had voldaan, wat in strijd was met het beleid van het college. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde dit oordeel. De appellant voerde aan dat zijn verzoek geen betrekking had op een fraudevordering en dat hij zich beroept op het gelijkheidsbeginsel, verwijzend naar een andere zaak. De Raad oordeelde echter dat er geen sprake was van gelijke gevallen, aangezien de omstandigheden van de appellant wezenlijk verschilden van die van de andere zaak. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.