ECLI:NL:CRVB:2015:867
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- G.M.G. Hink
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens feitelijke beschikkingsmacht over voertuigen
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die sinds 1986 bijstand ontvingen op basis van de WWB. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die het beroep van appellanten ongegrond verklaarde. De zaak draait om de vraag of appellanten feitelijke beschikkingsmacht hadden over twee Ford Mondeo's, waarvan de waarde het vrij te laten vermogen overschrijdt. De Raad stelt vast dat appellanten de voertuigen gebruikten en dat de aankoop en registratie op naam van een derde, S, niet afdoet aan hun beschikkingsmacht. De Raad concludeert dat de auto’s tot het vermogen van appellanten moeten worden gerekend, wat leidt tot de conclusie dat zij in strijd met hun inlichtingenverplichting hebben gehandeld door deze niet te melden. Hierdoor kan niet worden vastgesteld of zij recht hadden op bijstand. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het hoger beroep van appellanten wordt afgewezen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee leden aanwezig waren.