ECLI:NL:CRVB:2015:586
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.E. Bakker
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1964, een aanvraag ingediend op basis van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten. De aanvraag werd afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), omdat er onvoldoende gegevens waren om beperkingen op haar zeventiende en achttiende jaar vast te stellen. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat het onderzoek door de verzekeringsarts voldoende zorgvuldig was en dat appellante geen nieuwe medische gegevens had overgelegd die haar standpunt konden onderbouwen.
Appellante heeft in hoger beroep de gronden herhaald die zij eerder in beroep had aangevoerd. De Centrale Raad van Beroep heeft deze gronden opnieuw beoordeeld en onderschreven dat de rechtbank de zaak correct had behandeld. De Raad benadrukte dat de omstandigheid dat de medische situatie ten tijde van de zeventiende verjaardag van de aanvrager niet meer verantwoord is vast te stellen, voor risico van de laattijdige aanvrager komt.
De Raad concludeerde dat appellante niet met nieuwe medische informatie kon aantonen dat er op haar zeventiende en achttiende verjaardag sprake was van een (psychiatrische) stoornis die leidde tot wezenlijke arbeidsbeperkingen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 27 februari 2015.