ECLI:NL:CRVB:2015:581
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake Ziektewetuitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 februari 2015 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 23 maart 2005. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.A.C. van Kempen, heeft verzocht om herziening van de uitspraak die leidde tot de beëindiging van zijn Ziektewetuitkering per 21 januari 2002. Verzoeker stelde dat hij al eerder, op 21 januari 2002, leed aan een hernia en dat hij relevante medische informatie had die niet eerder was overlegd. Deze informatie was afkomstig van neurologen en een fysiotherapeut, die stelden dat verzoeker al voor de beëindiging van zijn uitkering klachten had.
De Raad heeft echter geoordeeld dat de in de brieven van de fysiotherapeut vervatte informatie eerder had kunnen worden overlegd en dat deze informatie, volgens artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht, niet kan leiden tot herziening van de eerdere uitspraak. De Raad concludeerde dat de medische verklaringen van de neurologen geen nieuw licht werpen op de situatie van verzoeker op de relevante datum, 21 januari 2002, omdat zij verzoeker pas na deze datum hebben gezien. De Raad heeft het verzoek om herziening dan ook afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door B.M. van Dun, in tegenwoordigheid van M.P. Ketting als griffier, en is openbaar uitgesproken op 18 februari 2015.