ECLI:NL:CRVB:2015:57
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- W.F. Claessens
- C.H. Rombouts
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand en bevoegdheid tot vaststelling verblijfsrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) door het college van burgemeester en wethouders van Baarle-Nassau. De appellant, het college, stelde dat de betrokkene, een Belgische nationaliteit hebbende vreemdeling, geen rechtmatig verblijf had in Nederland omdat hij een aanvraag om bijstand had ingediend. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellant niet zelfstandig kon vaststellen of de betrokkene rechtmatig verblijf had en dat hij in overleg moest treden met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De Centrale Raad bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de appellant niet bevoegd was om zelfstandig te beoordelen of de betrokkene rechtmatig verblijf had. De Raad benadrukte dat het aan de IND is om te beslissen over het verblijfsrecht van de betrokkene en dat de appellant de afwijzing van de bijstandsaanvraag ten onrechte had gebaseerd op het ontbreken van rechtmatig verblijf. De Raad oordeelde dat de appellant de afwijzing niet met de nodige zorgvuldigheid had voorbereid en dat de afwijzing van de aanvraag om bijstand onterecht was. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en veroordeelde de appellant in de proceskosten van de betrokkene.