In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 februari 2015 uitspraak gedaan over een verzoek om herziening van een eerder ontslagbesluit. Verzoeker, die in 2008 eervol ontslag had gekregen van het college van burgemeester en wethouders van Weesp, verzocht om herziening van de uitspraak van 24 maart 2011. Hij stelde dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die de herziening rechtvaardigden, maar de Raad oordeelde dat verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat de overgelegde stukken voldeden aan de eisen van artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoeker had niet gebruik gemaakt van de mogelijkheid om getuigen op te roepen en had zijn verzoek om herziening te laat ingediend. De Raad concludeerde dat er geen reden was om het verzoek om herziening toe te wijzen, en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening en de noodzaak om bewijs te leveren voor herzieningsverzoeken.